top of page

Hoe je een roerdomp in een nest maakt:

Benodigdheden: Boetseerklei G&S 264, snijdraad, spatels, mes, boetseerschijf.


1. Eerst de klei goed kneden. Kneed de klei in dezelfde richting door. Duw de zijkanten naar binnen en trek het vervolgens naar je toe. Herhaal deze korte stappen tot je een ossenkop vorm krijgt.


2. Sla de klei een paar keer tot het een mooi rechthoekige vorm krijgt. Zo kunnen alle luchtbellen eruit. Snijd de klei in 3 stuks met de snijdraad om te kijken of er luchtbellen in zitten. Herhaal deze stappen tot je geen luchtbellen meer ziet.


3. Nu kan je beginnen met de klei vorm te geven.


4. Denk aan de basis vorm van de vogel. In dit geval maak je een rechthoekige vorm. Kijk ook naar de details zoals de kop, snavel en veren.


5. Begin vorm te geven. Boetseer de vogel met de klei door te knijpen, slaan, extra klei toe te voegen of eruit halen. Als je klei toevoegt doe je dat heel strak. Wrijf of druk goed met je vinger of sla een beetje. Zo kan je voorkomen dat er lucht in komt. (Als er lucht in je werkstuk zit kan je werkstuk kapot gaan in de oven. Want de warmte kan niet weg uit de luchtbel).


6. Na het vorm geven van de vogel kun je de structuur geven met een gekartelde spatel, vork of een dun stokje. Nu is het tijd voor de details, zoals de oog bolletjes maken en een lijn trekken op de snavel.


7. Begin voor het nest met de klei te rollen. Rol het bolletje klei uit tot een worstje.


8. Maak de kleiworstjes vast aan de onderkant van de vogel met een spateltje. (Als je klei al een beetje droog is maak je krasjes en gebruik je een beetje slib voor te plakken).


9. Als je werkstuk klaar is kan je met een föhn de buiten kant een beetje droog maken tot het leer hard wordt.


10. Nu kan je je werkstuk aan de onderkant uithollen met een mirette of lepeltje. Overal moet het minimaal 1 cm dik worden. Dit doen we om de luchtbellen te voorkomen. Zo kan je je werkstuk veilig bakken, wordt het lichter en bespaar je klei. De rest van de klei mag je nogmaals kneden en hergebruiken.


11. Laat je werkstuk 2 weken goed drogen tot het kurkdroog is. Daarna mag je het bakken op 950 of 1000 graden in de keramiek oven. Dit noemen we biscuit bakken. Na Biscuit bakken mag je glazuren en nogmaals bakken op 1050/1060 graden.




18 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page